De rol van andere genen

Samenvatting van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek

De rol van andere genen
Common variants at SCN5A-SCN10A and HEY2 are associated with Brugada syndrome, a rare disease with high risk of sudden cardiac death. Bezzina CR et al. Nat Genet. 2013 Sep;45(9):1044-9. doi: 10.1038/ng.2712. Epub 2013 Jul 21. PMID: 23872634

Achtergrond
Brugada syndroom is een erfelijke ziekte. Echter vinden we ‘slechts’ in ~20% van de patiënten een genetische oorzaak. Zodoende wordt er veel onderzoek gedaan naar de genetische achtergrond van patiënten met Brugada syndroom. Hiervoor wordt er onderzoek gedaan naar 2 soorten genetische bijdragen:
1. Zeldzame genetische afwijkingen (mutaties). Deze komen in de bevolking heel weinig voor, maar als ze voorkomen hebben ze een heel groot effect. Vaak is één genetische afwijking al genoeg om Brugada syndroom te veroorzaken. Een voorbeeld hiervan zijn bijvoorbeeld genetische afwijkingen in het gen SCN5A.
2. Veel voorkomende genetische varianten. Hiervan bestaan er miljoenen en deze varianten komen veel voor in de bevolking. Deze varianten hebben op zichzelf maar een klein effect: Met één of twee van deze varianten zal je dan ook geen Brugada syndroom ontwikkelen, maar al deze varianten dragen wel bij aan de kans op Brugada syndroom. Je kunt dit bijvoorbeeld vergelijken met iemand zijn lichaamslengte. Tussen mensen zit veel verschil in lichaamslengte en we weten dat lichaamslengte deels genetisch bepaald is (iemand met kleine ouders heeft een grote kans om zelf ook klein te zijn, en vice versa). Ook hierbij spelen veel voorkomende genetische varianten een grote rol. Iemand die lang is bezit veel genetische varianten die ervoor zorgen dat hij of zij lang is, terwijl iemand die klein is, juist weinig van deze varianten bezit. Hoe meer varianten je bezit die een rol spelen bij lichaamslengte, hoe langer je zult zijn. Zo ook met Brugada: Hoe meer varianten je hebt die een rol spelen bij Brugada syndroom, hoe groter de kans wordt op het ontwikkelen van Brugada syndroom.

Doel
Naar deze laatste groep varianten is in deze studie onderzoek gedaan. Tot aan deze studie (in 2013) was er nog niet bekend of deze groep varianten inderdaad bijdragen aan het ontwikkelen van Brugada syndroom. De onderzoekers wilden kijken of dit inderdaad zo was en zo ja, welke veel voorkomende genetische varianten bijdragen aan het ontwikkelen van Brugada syndroom. Hiervoor hebben ze meer dan 300,000 van deze varianten vergeleken tussen patiënten met Brugada syndroom (in totaal 312) en gezonde mensen (in totaal 1,115).

Bevindingen
De onderzoekers vinden op twee plekken van het DNA stukken waar veelvoorkomende varianten voorkomen die bijdragen aan het Brugada syndroom. Niet geheel toevallig is één van deze twee plekken rondom het gen SCN5A, waarvan we weten dat het een grote rol speelt bij Brugada syndroom. Daarnaast laten de onderzoekers zien dat als iemand meer genetische varianten bezit, de kans op het ontwikkelen van Brugada syndroom toeneemt.

Conclusie
Dit onderzoek laat zien dat veel voorkomende varianten inderdaad een rol spelen bij het ontwikkelen van Brugada syndroom. Daarnaast wijzen ze ons specifiek op de genetische gebieden die belangrijk zijn voor Brugada syndroom. Momenteel wordt er gewerkt aan eenzelfde soort studie met meer dan 3,000 patiënten met Brugada syndroom. Deze zit in een afrondende fase en zal binnenkort gepubliceerd worden.

Deel dit bericht:

Bezzina 2013 scaled

Meer publicaties

ern main logo
Algemene publicaties

Brugada syndrome-GWAS article

Samenvatting van een nieuw onderzoek. Onderstaande samenvatting is door de Brugada Community geschreven. Het originele

Miles JACC 2021 Pagina 01
Wetenschappelijke publicaties

De rol van fibrose

Samenvatting van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek De rol van fibroseMiles C et al.