Wie wordt getroffen door een hartinfarct, een hartstilstand of een andere hart- of vaatziekte heeft in de loop der jaren een steeds grotere kans gekregen om dat te overleven. Sinds 1980 is het sterftecijfer voor mannen gedaald met 70 procent en voor vrouwen met 61 procent.
Vijftig jaar geleden stierf de helft van de Nederlanders aan een hart- of vaatziekte, nu is dat een kwart. Dat is mede het gevolg van de sterk verbeterde acute zorg, schrijft de Hartstichting in het rapport Hart- en vaatziekten in Nederland. Ook is er meer aandacht voor gezond eten, bewegen en stoppen met roken.
Steunharten
“Artsen hebben de beschikking over steeds betere medische technieken, zoals katheterbehandelingen voor het openen van afgesloten bloedvaten bij een herseninfarct en steeds betere steunharten voor hartfalen”, zegt directeur Floris Italianer van de Hartstichting.
Ondertussen neemt het aantal mensen met een hart- of vaatziekte gestaag toe. De Hartstichting schrijft in een rapport dat dat er nu 1,4 miljoen zijn, 725.000 mannen en 675.000 vrouwen. De verwachting is dat dat aantal in 2030 is toegenomen tot 1,9 miljoen mensen, wat neerkomt op een op de zeven volwassenen.
Grote impact
Hartstichting-directeur Italianer zegt dat deze ontwikkeling een grote impact heeft op de maatschappij, zowel voor patiënten als voor hun naasten. “Om deze trend te keren is het nodig dat we mensen met een verhoogd risico – en dat zijn er nogal wat – eerder opsporen. Het is belangrijk dat Nederland zich daarbij integraal inzet.”
Volgens de Hartstichting kunnen mensen zelf veel doen om hun hart zo lang mogelijk gezond te houden. “Als de helft van de Nederlanders een gezondere bloeddruk zou hebben, kan dat in 2030 bijna 100.000 hart- en vaatpatiënten besparen.”
Italianer wil dat mensen in actie komen en bijvoorbeeld hun bloeddruk en cholesterolgehalte controleren. “Wij roepen volwassenen vanaf 40 jaar op om hun waarden in de gaten te houden en regelmatig hun bloeddruk te meten.”