Samenvatting van de belangrijkste resultaten van dit onderzoek
De rol van fibrose
Miles C et al. Biventricular Myocardial Fibrosis and Sudden Death in Patients With Brugada Syndrome. J Am Coll Cardiol. 2021 Oct 12;78(15):1511-1521. doi:10.1016/j.jacc.2021.08.010.
Achtergrond
Oorspronkelijk werd er gedacht dat Brugada patiënten een ‘structureel normaal hart’ hebben. Daarmee wordt bedoeld dat er geen structurele afwijkingen zijn, zoals littekenvorming of vervetting van de hartspier (zie boven). Dit is belangrijk, omdat structurele afwijkingen kunnen bijdragen aan verminderde elektrische geleiding en zo kunnen bijdragen aan het ontstaan van ritmestoornissen bij Brugada syndroom.
Over de jaren zijn er kleine studies geweest die hebben laten zien dat er bij Brugada syndroom subtiele structurele afwijkingen zijn. Deze afwijkingen werden met name gevonden in het rechter deel van het hart, en nog specifieker, in het bovenste rechter deel van het hart, daar waar het bloed doorheen gaat op weg naar de longen (de rechterkamer uitstroombaan). Dit is tevens het gebied, waar vaak ritmestoornissen ontstaan bij patiënten met Brugada syndroom. Dit waren echter kleine studies die niet systematisch hebben gekeken naar alle verschillende delen van het hart en deze gebieden goed hebben vergeleken met gezonde harten.
Doel
Deze studie heeft harten van overleden patiënten met Brugada syndroom (28 in totaal) vergeleken met harten van plots overleden mensen zonder hartziekten (29 in totaal). De onderzoekers hebben gekeken:
1. Of er bij Brugada syndroom meer littekenweefsel aanwezig is.
2. Of er bij Brugada syndroom meer vetweefsel aanwezig is.
3. Of er bij Brugada syndroom een specifiek deel van het hart is waar dit litteken- en/of vetweefsel meer aanwezig is.
Bevindingen
De onderzoekers vonden het volgende:
– In de harten van Brugada patiënten zat meer littekenweefsel dan in de harten van mensen zonder hartziekten. Het betrof een toename van 45% in vergelijking met controle groep.
– In de harten van Brugada patiënten zat niet meer vetweefsel dan in de harten van mensen zonder hartziekten.
– Van de onderzochte gebieden in de Brugada harten zat het meeste littekenweefsel in het rechter deel van het hart en in de uitstroombaan van het rechterhart.
– Echter, de toename van littekenweefsel was in alle onderzochte gebieden van het hart gelijk. Dit houdt in dat de toename van littekenweefsel zowel in het rechter deel, als in de rechter uitstroombaan, als in het linker deel van het hart evenveel toename was van littekenweefsel, vergeleken met deze gebieden in harten van mensen zonder hartziekten.
Conclusie
Deze studie bevestigt dat littekenweefsel mogelijk een rol speelt bij Brugada syndroom. Daarnaast laat het zien dat de toename van littekenweefsel verspreid zit over het gehele hart en niet specifiek op één locatie.